Voorstel gedragscode Statenleden (2015) moet uit de la

3CB06664-689A-4174-9088-5548B5A8E6A3

In 2015 heb ik als Statenlid een voorstel gedragscode voor Statenleden* ingediend. Het Reglement van Orde van de Staten van Curaçao kent n.l. geen gedetailleerde gedragscode voor haar leden terwijl onze gemeenschap juist meer lijkt te eisen van zijn vertegenwoordigers op het gebied van transparantie en voorbeeldfunctie in de gangbare normen en waarden.

Beslechting door de rechter van geschillen over gedragingen van parlementariërs en de gang van zaken binnen het parlement, is geen oplossing. Eerder had een Statenlid een zaak aangespannen tegen de Voorzitter m.b.t. een toegangontzegging in de Statenzaal, waarbij de rechter zich niet ontvankelijk verklaarde. Volgens hem betrof het een verantwoordelijkheid van de Staten zelf. 

Gelet op de onduidelijkheid als gevolg van het ontbreken van specifieke richtlijnen en een gebrek aan vertrouwen in onze politici, is een gedragscode noodzakelijk. Hieronder een kort overzicht van het voorstel. 

De belangrijkste doelstelling van een code is het versterken van ons wetgevend orgaan en vertrouwen in de Staten.  Het Statenlid moet zich laten leiden door belangeloosheid, integriteit, transparantie, eerlijkheid en verantwoordelijkheid. Het handelen van de leden is uitsluitend in het algemeen belang en gaat zorgvuldig iedere situatie uit de weg die (de schijn van) corruptie zou kunnen wekken.

Belangenconflict

Wanneer een Lid vaststelt dat hij in een belangenconflict kan komen, neemt hij onmiddellijk de nodige maatregelen om dit te voorkomen. Wanneer het Lid het belangenconflict niet weet op te lossen, laat hij dit de Voorzitter schriftelijk weten alvorens het woord te voeren of te stemmen t.a.v. de behandelde aangelegenheid waaruit de feitelijke of potentiële belangenconflict blijkt.

Opgave van belangen

Ieder Lid dient een opgave te doen van zijn financiële belangen t.w. de beroepswerkzaamheden gedurende de drie jaar voor zijn ambtsaanvaarding in de Staten, alsmede van bestuursfuncties, iedere vaste bezoldigde activiteit, of uitoefening van iedere andere externe activiteit waarmee het Lid zich al dan niet bezoldigd bezighoudt. Het Lid stelt de Voorzitter op de hoogte van iedere wijziging die voor zijn opgaves van belang is.

Opgave van geschenken en voordelen

Geschenken en soortgelijke voordelen die het Lid worden aangeboden dienen door de Griffier in een register bijgehouden te worden die in een gemakkelijk toegankelijke vorm op de internetsite van de Staten gepubliceerd wordt.

Het is wenselijk dat in de door de Leden afgelegde eed of belofte verwezen wordt naar de gedragscode.

Gelet op het functioneren van de Staten, moet dit voorstel snel weer boven tafel komen. Let wel dat een goed functioneren van de Staten minder afhangt van een gedragscode dan van integere en capabele leden. Deze laatste ligt echter in de handen van de kiezers.

Willemstad, Curaçao

* bij interesse in het voorstel, gaarne een bericht sturen

Author: alexdavidrosaria

Alex Rosaria is from Curaçao. He has a MBA from University of Iowa. He was Member of Parliament, Minister of Economic Affairs, State Secretary of Finance and United Nations Development Programme Officer in Africa and Central America. He is an independent consultant active in Asia and the Pacific.

3 thoughts on “Voorstel gedragscode Statenleden (2015) moet uit de la”

    1. Gedragscode leden der Staten van Curaçao inzake plichten, financiele belangen en belangenconflicten
      Inleiding

      Het Reglement van Orde van de Staten van Curaçao kent voor haar leden geen gedetailleerde gedragscodes. De leden zijn gebonden aan staatsrechtelijke bepalingen en normen die zijn neergelegd in het strafrecht en bestuursrecht. Er zijn enige registratieverplichtingen met betrekking tot neveninkomsten die naast het Statenlidmaatschap worden vervuld (neveninkomsten)en die bij de Inspectie Der Belastingen jaarlijks moet worden opgegeven. Bij de aanvaarding van hun ambt leggen de Statenleden een ambtseed af. De Reglement van Orde van de Staten kennen gedragsbepalingen, met name voor de interne gang van zaken binnen het Parlement, en er zijn ongeschreven regels en gebruiken. Waar gedetailleerde regels in de praktijk ontbreken, is het gezond verstand tot nu toe leidend. In de praktijk moeten Statenleden hun gedrag, wanneer er integriteitsvragen rijzen, zelf naar hun fractie, partij en uiteindelijk de kiezers verantwoorden. In Nederland doet zich ongeveer dezelfde situatie voor bij de Nederlandse Eerste en Tweede Kamer. De Nederlands grondwet, strafrecht en bestuursrecht zijn de richtsnoer voor het handelen van de Nederlandse parlementariërs. Verder kennen zij registratieverplichtingen met betrekking tot hun neveninkomen en werkzaamheden die zij buiten het Kamerlidmaatschap verrichten.
      In het levendige debat bleek dat er landen zijn, waar geschillen over gedragingen van parlementariërs en de gang van zaken binnen het parlement geregeld aan de rechter ter beslechting worden voorgelegd. Op Curaçao deed zich recentelijk een rechtszaak van een parlementariër tegen de Voorzitter voor in een zaak met betrekking tot een toegangontzegging in de Statenzaal, waarbij de rechter zich niet ontvankelijk verklaarde. Volgens de rechter betreft dit een kwestie waarvoor de Staten zelf bevoegd is. In andere landen, met name in Europa, wordt de rechtelijke beslechting alsongewenst geacht en beslist het parlement zelf over de interne gang van zaken. Het Verenigd Koninkrijk kent binnen het parlement gedragscodes met procedures die de mogelijkheid bieden dat het parlement bij ernstige overtredingen van de gedragscode uiteindelijk zelfs kan beslissen over schorsing of beëindiging van het lidmaatschap.
      Het Reglement van Orde van de Staten stelt regels aan het individuele gedrag van de leden tijdens vergaderingen vast. Hieraan dienen zij zich te houden. Bij inbreuk hiervan dient de Voorzitter handelend op te treden. Aan de andere kant is de roep steeds groter dat parlementariërs hun nevenactiviteiten openbaar moet maken. De Curaçaosche gemeenschap eist van zijn volksvertegenwoordigers meer rekenschap op het gebied transparantie inzake zijn financiële belangen en zouden ook een voorbeeldfunctie moeten dienen in de gangbare normen en waarden binnen onze gemeenschap. Deze gedragscode geeft een invulling aan deze maatschappelijk vraagrekening houdende met de vigerende rechtsregels.

      Artikel 1

      Grondbeginselen

      Bij de uitoefening van hun functie als lid van de Staten:
      a) laten de leden zich leiden en inspireren door de volgende algemene gedragsprincipes: belangeloosheid, integriteit, transparantie, toewijding, eerlijkheid, verantwoordelijkheid en respect voor het aanzien van de Staten;
      b) handelen de leden uitsluitend in het algemeen belang, zonder direct of indirect financieel voordeel of enige vorm van beloning te verkrijgen of te willen verkrijgen.

      Artikel 2

      Ongebonden mandaat

      De leden van de Staten oefenen hun mandaat vrij uit. Zij mogen niet gebonden zijn door instructies en geen bindend mandaat aanvaarden.

      Artikel 3

      Belangrijkste plichten van de leden

      Bij de uitoefening van hun Statenlidmaatschap:
      a) maken de leden geen afspraken die hen ertoe brengen in het belang van derde natuurlijke of rechtspersonen te handelen of te stemmen en die afbreuk zouden kunnen doen aan hun stemvrijheid;
      b) verlangen, aanvaarden of ontvangen de leden geen enkel direct of indirect financieel voordeel of welke beloning ook, in ruil voor het aanwenden van invloed of het uitbrengen van een stem met betrekking tot wetgeving, schriftelijke verklaringen of vragen in de Staten of een van zijn commissies, en gaan zij zorgvuldig iedere situatie uit de weg die de schijn van corruptie zou kunnen wekken.

      Artikel 4
      Belangenconflicten
      1. Van een belangenconflict is sprake wanneer een lid van de Staten een persoonlijk belang heeft dat een ongewenste invloed kan hebben op de wijze waarop hij zijn taken als lid uitoefent. Van een belangenconflict is geen sprake wanneer een lid voordeel geniet door het enkele feit dat hij tot een bepaalde bevolkingsgroep als geheel of tot een grote categorie van mensen behoort.
      2. Wanneer een lid vaststelt dat hij in een belangenconflict kan komen, neemt hij onmiddellijk de nodige maatregelen om dit te voorkomen, overeenkomstig de beginselen en bepalingen van deze gedragscode. Wanneer het lid het belangenconflict niet weet op te lossen, laat hij dit de Voorzitter schriftelijk weten.
      3. Onverminderd het bepaalde in lid 2 geven de leden, alvorens in de openbare vergadering of in enig orgaan van het Parlement het woord te voeren of te stemmen, bekendheid aan feitelijke of potentiële belangenconflicten in het licht van de behandelde aangelegenheid. Deze mededeling wordt in de loop van de desbetreffende parlementaire debatten schriftelijk of mondeling aan de voorzitter gedaan.
      4. De betrokken lid onthoudt zich tot stemmen ten aanzien van de behandelde aangelegenheid waaruit de feitelijke of potentiële belangenconflict blijkt.

      Artikel 5
      Opgave door de leden
      1. Omwille van de transparantie doen de leden van de Statenonder hun persoonlijke verantwoordelijkheid voor het einde van de eerste zittingsperiode na de verkiezingen voor de Staten (of, bij ambtsaanvaarding in de loop van de zittingsperiode, binnen 30 dagen na het begin van hun mandaat) aan de Voorzitter opgave van hun financiële belangen, met gebruikmaking van een door de Griffier van de Staten opgestelde en door de Statenvastgestelde formulier. Zij stellen de Voorzitter op de hoogte van iedere wijziging die voor hun opgave van belang is, binnen 30 dagen nadat de wijziging zich heeft voorgedaan.
      2. De opgave van financiële belangen bevat de volgende, nauwkeurig te vermelden informatie:
      a) de beroepswerkzaamheden van het lid gedurende de drie jaar voor zijn ambtsaanvaarding in de Staten, alsmede van bestuursfuncties gedurende diezelfde periode bij een onderneming, niet-gouvernementele organisatie, vereniging of enige andere organisatie die aan het rechtsverkeer deelneemt,
      b) iedere vaste bezoldigde activiteit die het lid naast zijn ambt uitoefent, in loondienst dan wel als zelfstandige,
      c) bestuursfuncties bij een onderneming, een niet-gouvernementele organisatie, een vereniging of enige andere organisatie die aan het rechtsverkeer deelneemt , of uitoefening van iedere andere externe activiteit waarmee het lid zich al dan niet bezoldigd bezighoudt,
      d) iedere incidentele externe activiteit tegen vergoeding (zoals publicaties, lezingen of advisering), wanneer de vergoeding in totaal meer bedraagt dan 10.000 gulden per kalenderjaar,
      f) deelname in een onderneming of maatschap, wanneer dit een weerslag kan hebben op het publieke domein, of wanneer die deelname het lid aanzienlijke invloed verschaft op de zakelijke belangen van de betrokken organisatie,
      g) iedere financiële, personele of materiële steun naast de door het Parlement beschikbaar gestelde middelen, die aan het lid in het kader van diens politieke activiteiten door derden wordt verleend, met vermelding van de identiteit van laatstgenoemden,
      h) ieder ander financieel belang dat van invloed kan zijn op de taakuitoefening van het lid.

      De regelmatige inkomsten die het lid ontvangt uit hoofde van elk van de ingevolge de eerste alinea op te geven punten worden in een van de volgende categorieën ingedeeld:
      – van 500 tot 1 000 gulden per maand;
      – van 1 001 tot 5 000 gulden per maand;
      – van 5 001 tot 10 000 gulden per maand;
      – meer dan 10 000 gulden per maand.

      Alle andere inkomsten die het lid ontvangt uit hoofde van elk van de ingevolge de eerste alinea op te geven punten worden op jaarbasis berekend, door twaalf gedeeld en in een van de in de tweede alinea genoemde categorieën ingedeeld.
      3. De uit hoofde van dit artikel aan de Voorzitter verstrekte informatie wordt in een gemakkelijk toegankelijke vorm op de internetsite van de Staten gepubliceerd.
      4. Leden zijn niet verkiesbaar voor functies in de Staten of diens organen en kunnen geen deel uitmaken van een officiële delegatie, zolang zij geen opgave van hun financiële belangen hebben gedaan.

      Artikel 6
      Geschenken en soortgelijke voordelen
      1. De leden van de Staten onthouden zich bij de uitoefening van hun taken van aanvaarding van geschenken en soortgelijke voordelen, met uitzondering van geschenken met een approximatieve waarde van minder dan 100 gulden of geschenken die hun uit hoffelijkheid worden aangeboden bij gelegenheden waarbij zij de Staten officieel vertegenwoordigen.
      2. Geschenken en soortgelijke voordelen die de leden overeenkomstig lid 1 worden aangeboden bij gelegenheden waarbij zij de Staten officieel vertegenwoordigen, worden overgedragen aan de Voorzitter ten behoeve van de Staten. De Griffier houdt in verband hiermee een register bij. De uit hoofde van dit artikel aan de Voorzitter verstrekte informatie wordt in een gemakkelijk toegankelijke vorm op de internetsite van de Staten gepubliceerd.
      3. Het bepaalde in de leden 1 en 2 is niet van toepassing op de vergoeding van reis-, accommodatie- en verblijfkosten van leden of op de rechtstreekse betaling van zulke onkosten door derden, wanneer de leden op uitnodiging en in het kader van de uitoefening van hun taken door derden georganiseerde gelegenheden bijwonen.

      Artikel 7
      Slotbepalingen
      De Staten stellen deze gedragscode inzake plichten, financiële belangen en belangenconflicten van zijn leden vast, in de vorm van een bij twee derde meerderheid van zijn leden aangenomen beslissing in een openbare vergadering.

      Like

Leave a comment